We zitten met een groot probleem in onze zorg. Kinderen die een “labeltje” krijgen toegedicht – denk aan ADHD, autisme of leerproblemen – moeten gemiddeld 14 maanden wachten op een diagnose.
Dat is meer dan een jaar! Tenzij… je bereid bent flink in je portemonnee te tasten. Voor minstens 1.400 euro kan het plots een stuk sneller. Dit is klassezorg, en dat kunnen we gewoon niet laten gebeuren.
De lange wachttijden, het geduld raakt op
Als je als ouder ziet dat je kind het moeilijk heeft en mogelijk extra hulp nodig heeft, dan is het verschrikkelijk om te horen dat je 14 maanden moet wachten voor een diagnose. Dat betekent dat je kind meer dan een jaar zonder de juiste begeleiding door school en het leven moet ploeteren. En jij als ouder? Machteloos toekijken. Terwijl de klok tikt, wordt het probleem alleen maar groter. Vreselijk, toch?
Geld als ingangsticket voor zorg
Wat het nog erger maakt: wie het geld heeft, kan meteen geholpen worden. Voor wie 1.400 euro op tafel kan leggen, is er geen wachttijd. Dan is er opeens wél snel plek. Dit is toch niet eerlijk? We leven in een samenleving waarin zorg voor iedereen gelijk zou moeten zijn, maar in de praktijk wordt je zorg bepaald door hoeveel geld je hebt. En dat is gewoon fout. Iedereen moet dezelfde kansen krijgen, ongeacht hun financiële situatie.
Wat kunnen we als stad doen?
Nu denk je misschien: wat kan een stad als Mechelen daar aan doen? Zorg is toch een Vlaamse bevoegdheid? Dat klopt, maar dat betekent niet dat we niets kunnen doen. Steden en gemeenten kunnen wél een verschil maken.
We hebben bijvoorbeeld sinds kort een nieuwe Vlaamse minister van Welzijn, Caroline Gennez, en samen met Frank Vandenbroucke minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, neemt zij deze problemen heel serieus. Maar wij kunnen ook lokaal al stappen zetten om dit soort ongelijkheid aan te pakken:
- Betere samenwerking met scholen en CLB’s: Als stad kunnen we scholen en Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) extra ondersteunen om kinderen met zorgnoden sneller in beeld te krijgen. Zo hoeven ouders minder afhankelijk te zijn van dure privéonderzoeken.
- Wijkgezondheidscentra met therapeuten: Misschien zijn er mogelijkheden om bestaande ruimtes in de stad (zoals buurthuizen) te gebruiken voor consulten of therapieën. Dit maakt het gemakkelijker voor gezinnen om dichtbij huis zorg te krijgen zonder lange reistijden.
- Toegankelijke ouderondersteuning: Veel ouders weten niet altijd waar ze terecht kunnen voor hulp of advies. We zouden een laagdrempelig informatiepunt kunnen opzetten waar ouders vragen kunnen stellen over de ontwikkeling van hun kind, diagnoses, en welke stappen ze kunnen nemen. Dit kan bijvoorbeeld een samenwerking zijn met huisartsen en lokale welzijnsorganisaties, zodat ouders niet van het kastje naar de muur worden gestuurd.
Als stad kunnen we het verschil maken. We kunnen niet alles zelf doen, maar we kunnen wel een eerste stap zetten. Zo zorgen we ervoor dat geen enkel kind vastloopt omdat er geen geld is voor een diagnose.
Iedereen moet gelijke kansen krijgen, want elk kind verdient de juiste hulp, op tijd en zonder dat er eerst diep in de buidel getast moet worden.
Een reactie achterlaten